It is safier...

We Sette Troch...

alvestedetocht.frl

Op Eigen Initiatief

Vele honderden Friezen waagden vroeger al een poging alle Friese steden binnen 24uur langs te schaatsen.
Het ging er niet om hoe snel je er over deed, het was meer de vraag of je het wel haalde.
Hun successen werden in familiekring trots van generatie op generatie doorverteld.
Het is natuurlijk een zeer bijzonder sportieve prestatie, zo'n afstand van 200+ km afleggen in vaak barre omstandigheden.

Vaak werd er ingetekend op een lijst van een herbergier in elk van de elf steden als bewijs van aflegging.
Van enkele tientallen volbrengers uit vroeger eeuwen zijn de namen bekend gebleven.

1749-------------------

Boelardus Augustinus van Boelens (Hardegarijp) was een Nederlands dichter die de vroegst bekende vermelding maakte van een Elfstedentochtrijder.
‘ â€™t Is Pier die ellef Steden van Vriesland, op een dag, heeft in het rond gereden, en nog zijn maal met vrede at in den Olyhoek, te Bolsward in den stal, bij Vetlap van den Hoek.’

1763-------------------

De tweede melding wordt door Dhr.J.H. Knoop gemaakt in het boek 'Historische Beschryvinge van Friesland'.
‘Zij hebben in 't algemeen den naam van groote Schaatseryders te wezen, en het is zeker, dat een goede Ryder op een dag wel driemaal verder ryden kan, als een Paard zoude kunnen lopen op zyn hardst.
Het is ook meer als eens gebeurt dat goede Schaatse-ryders op een winterse dag alle XI Steden van Friesland doorgereden en gezien hebben; dog dan moeten ze nergens lang vertoeven en 't Ys moet goed en sterk wezen.’

1765-------------------

In het boek 'De Honig Bije' wordt opnieuw een melding gemaakt.
‘Een hachje gelyk een Zwaluw door de lugt kon vliegen over 't ys: 't is Pier die d'ellef Steden van Vriesland op één dag heeft in het rond gereden.’

1809-------------------

Pals Andrise Visser (schipper) en Pals Geerts Bleeksma (timmerman) uit respectievelijk Baard en Deersum, deden er in totaal 14 uur en 30 minuten over.
Deze tijd was inclusief een aangeboden borrelronde te Sneek. Beiden mannen een halve liter warme boerekoffie; destijds een geliefde volksdrank op het ijs. Boerekoffie werd overigens samengesteld uit bruinbier, wat brandewijn, notemuscaat en een paar geklutste eieren.
Dit waren de eerste 2 Elfstedentocht-rijders welke -zover bekend- met naam en rij-tijd geregistreerd werden.

1844-------------------

Schelte Wybenga, Beerend Hesselink, en Hermannus v.d. Feer deden er ook 14 uur en 30 minuten over.

1848-------------------

Douwe Hantsjes Joustra (31 jaar, koopman te Baard), Klaas Siemons de Jong (25 jaar en veehouder te Huins),  Sybrandus Jager, Joh. Jager, (deze genoemde vier deden het in 15 uur en 30 minuten) Albert Godhelp, Ruurd Jager,  De gebroeders Atze, en Eelke Jager,(14 uur 30 minuten) Richolt Lonneman, Dirk Fontein, en Dirk Ruitinga.

1862-------------------

Willem Troost, 49 jaar destijds.
‘De geheele reis werd volbracht in 22 uren; daarvan moeten 2 uren worden afgetrokken, die de heer Troost, tengevolge van een verkeerde aanwijzing van den weg is mis gereden, en voorts nog 4½ uur van oponthoud op de bezochte plaatsen (alles volgens verklaringen van geloofwaardige personen in het zakboekje van den heer Troost aangeteekend), zoodat de eigenlijke reis, waarvan het begin en het einde onder het voordeel van maanlicht, in 15½ uren is volbragt. Bij Stavoren bereed de heer Troost, in gezelschap van eenige personen, de Zuiderzee’.

1864-------------------

Douwe Hantsjes Joustra, en zoon Klaas Douwes Joustra (16 jaar), Foppe Annes Wierdsma (33 jaar, schipper), en broers Anne Doedes Boersma (31, veehouder),  en Fetse Doedes Boersma (28 jaar, koopman).

1868-------------------

'Bejaarde Friezen schaatsen langs alle elf steden.' De 65-jarige Sjoerd Sjoerds van der Wey en de 78-jarige Piet Dikhoff (rechts), vertrekken vier uur 's ochtends uit Bolsward om na 15 uur weer aan te komen. Dit was inclusief totaal drie uur rust.

1871-------------------

Douwe Hantsjes Joustra, zijn zoon Klaas Douwes Joustra,  en Foppe Wiersma.

1885-------------------

Dirk v.d. Stal, Wiepke Sangers, Jacob de Jong, en Hendrik v.d. Veen.

1890-------------------

De winter van 1890 op 1891 was streng. Van november tot januari waren alle binnenwateren in Nederland bevroren. Het wordt een ware rage, ongelukken, vaak met dodelijke afloop, waren aan de orde van de dag. Honderden mannen maar ook de zusters Lysbeth en Akke Swierstra storten zich op het grote Elfsteden-avontuur, en met positief resultaat. Ook vermeldenswaardig is dat zeven broers uit het dorpje Tirns allemaal op dezelfde dag de tocht wisten te voltooien. Velen hebben in die lange winter van 1890 op 1891 op eigen initiatief de tocht volbracht.

Onder hen zo ook de grote sportpionier, schilder, schrijver en journalist Willem J.H.('Pim') Mulier uit Haarlem, welke vijf en twintig jaar geleden in Witmarsum als zoon van een burgemeester werd geboren. Hij was het, die tijdens zijn tocht van 12 uur en 55 minuten wellicht al zat te denken aan de mogelijkheid van een georganiseerde Elfstedentocht. Achttien jaar later, vaak terug denkend aan de tocht, nu hij secretaris van de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding is, werd het een feit.

De Eerste Elfstedentocht-Wedstrijd
1909---------------------------------------

Op 2 januari 1909 was het zover. De Friesche IJsbond schreef voor de eerste maal een officiele Elfstedenwedstrijd uit. Het te winnen kruisje (dat deelnemers van de Elfstedentocht nu nog krijgen) was door 'Pim' Mulier ontworpen.

de 23 officiele deelnemers

De Friesche IJsbond wilde het bij deze ene keer laten, maar mr. M.E. Hepkema, jurist te Leeuwarden, was het daar niet mee eens, hij achtte een aparte organisatie daarbij van belang.
Omdat de eerste tocht enkele dagen vervroegd was, was Hepkema, die halsoverkop uit het Duitse Hamburg was teruggekeerd, te laat met inschrijven en kon hij niet deelnemen.

Enkele dagen daarna - op 15 januari 1909 - richtte hij, samen met een aantal andere enthousiaste Friezen, Vereniging De Friesche Elf Steden op.

Hepkema was tot zijn dood in 1947 de voorzitter van De Friesche Elf Steden, geholpen door de rayonhoofden en hun assistenten. Onder zijn verantwoordelijkheid werden acht tochten georganiseerd.
In de tweede officiele Elfstedentocht (1912) eindigde Hepkema zelf als negende.

Persoonlijk Verslag

Een uitgebreid verslag van de eerste elfstedentocht, geschreven door de winnaar zelf.